AMOS

Inleiding – Amos op de barricaden voor recht en gerechtigheid

Ontdekken van de betekenis van de indringende en krachtige woorden, die de profeet Amos als eerste profeet in het oude Israël op schrift stelde

Wie een boek begint te lezen, doet er goed aan om met de schrijver kennis te maken en om vooral zijn hele boek uit te lezen. Het is tevens een must om op de hoogte te raken van de godsdienstige, sociale, culturele, economische en politieke situatie waarin hij thuis was. Pas dan kan de boodschap van de schrijver bij zijn lezers maximaal overkomen.

De schrijver van het boek Amos was actief in de achtste eeuw voor de gewone jaartelling in het Noordrijk Israël. Het was een beroerde tijd met grote tegenstellingen: welvaart aan de ene kant en grote misère aan de andere kant. In de naam van Israëls God JHWH protesteerde hij daartegen met publieke redevoeringen en later via het geschreven woord.

In beide opzichten was hij een grootmeester. Hij hoopte dat hij door het volk zou worden gehoord en begrepen. Echter bovenal door Israëls leidinggevenden, zodat zij een eind zouden maken aan het onrecht dat zij in de samenleving in al zijn schakeringen veroorzaakten. Hoewel hij veel tegenstand te verduren kreeg, zette Amos zich daar onvoorwaardelijk voor in. De overtuiging dat hij sprak en schreef in opdracht van JHWH én die dat uno sono met hem deed, hield hem overeind.

Korte kennismaking met het boek en de profeet

Historisch kader

Terwijl Amos zijn dienstwerk begint, is het noordelijke koninkrijk in volle euforie: er is geen oorlog aan de horizon te bespeuren. De zwakte en afwezigheid van het wereldrijk Assyrië wordt in de regio van Syrië, Israël, Juda en hun buurlanden sterk gevoeld. De Assyriërs hadden al een hele tijd geen invallen meer gedaan. Dit stelde Israëls koning Jerobeam II (783-746 voor de gewone tijdrekening) in staat om de noordelijke grenzen van het oude koninkrijk van David en Salomo met succes te herstellen. Zij strekten zich uit van Hamat in het noorden tot aan de Dode Zee in het zuiden en tevens tot aan de oostgrens in zijn volle lengte van noord tot zuid.

De lange regeerperiode van koning Jerobeam werd gekenmerkt door welvaart op economisch, cultureel en materieel vlak. Hij controleerde immers de belangrijkste handelsroutes, waarvan vooral zijn hoofdstad Samaria profiteerde. De gevolgen van deze ideale economische situatie voor het dagelijkse leven van de inwoners ervan spraken boekdelen. Positief voor de bovenklasse en funest voor de arme lagen van de bevolking. Het verschil tussen rijk en arm werd in deze periode steeds maar groter en overal heerste onrecht. In het boek Amos wemelt het van toespelingen op deze ernstige situatie, terwijl de profeet uit volle macht fulmineerde tegen hen, die verantwoordelijk waren voor deze sombere sociale omstandigheden (2:6,7-8; 3:10,15; 4:1; 5:7,10-12,21-23; 6:4-6; 8:4-6).

Religieuze situatie

Het ligt ook voor de hand dat de godsdienst in Israël in deze eerste helft van de achtste eeuw veel invloeden onderging. C.J. Labuschagne beschrijft deze godsdienst als syncretistisch. De Kanaänitische cultuur droeg daar sterk toe bij. Volgens hem zou de cultus van deze periode moeten worden gekarakteriseerd als ‘antropocentrisch’ in plaats van theocentrisch: niet God maar de mens stond daarbij centraal. Deze cultus diende immers de nationale zaak te dienen. Er had zich een secularisatieproces ontwikkeld en de godsdienst van de enige echte God JHWH werd in de loop van de tijd door het populaire denken aangepast en gewijzigd. Vertrouwen in God werd in toenemende mate op de eredienst gebaseerd. Tegen deze achtergrond tekende de boodschap zich af van Amos, die opkwam tegen onrechtvaardige sociale relaties, tegen de filosofie van de geschiedenis van de staat en tegen de staatsgodsdienst in Israël.

Profeet van God tegen wil en dank

Amos is een schapenfokker en kweker van moerbeivijgen (1:1; 7:14,15) uit Tekoa, dat in het Zuidrijk Juda ligt. Hij is dus een Judeeër en heeft eigenlijk niets in het Noordrijk Israël te maken (7:12,13). Daar hij door Israëls God JHWH wordt geroepen (1:1; 7:15), gehoorzaamt hij aan de onsympathieke opdracht om diens volk op de vingers te tikken. Dat hij dit zelf niet heeft gewild, blijkt voldoende uit zijn eigen opmerkingen (7:15 en 3:8). Laatstgenoemde tekst geeft duidelijk aan, dat hij niet onder die opdracht uit kan. De drang om te spreken in hem is veel sterker dan zijn eigen wil. De aanklachten, die Amos tegen het volk Israël in de naam van de Here God uitspreekt, zijn velerlei.

In opdracht van JHWH

Amos laat een duidelijk en indringend absoluut ‘nee!’ klinken tegen deze geestesgesteldheid en dit religieuze en sociale gedrag. S. Amsler wijst erop dat deze profeet – die iedereen een ‘onheilsprofeet’ noemt – beslist ‘geen boodschapper is van een God, die te laat komt’. Om deze reden noemt hij hem ‘de profeet van het elfde uur’. Amos is de profeet, die het volk van het noordelijke koninkrijk een ‘laatste waarschuwing’ geeft. De bevolking moet de absolute claim van hun God JHWH serieus nemen. Genoemde oudtestamenticus benadrukt tevens dat JHWH zijn mensen via zijn profeet een laatste kans geeft om diens woord te horen en zich eraan te onderwerpen’.

Een serie bijdragen over de profeet Amos en zijn boek              

Onderhavige website presenteert een serie bijdragen over het boek van de profeet Amos om lezers toegang te geven tot zijn boodschappen, die hij bestemde voor de Israëlieten van de 8ste eeuw voor de gewone jaartelling. Deze worden hoofdzakelijk in de tegenwoordige tijd geschreven, zodat lezers de gebeurtenissen als het ware stap-voor-stap mee kunnen beleven met behulp van een vertaling van ondergetekende. Deze leunt zeer dicht aan bij de Hebreeuwse tekst van Amos. Teksten uit andere bijbelboeken worden voluit weergegeven, zodat lezers deze niet hoeven op te zoeken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) en enkele keren uit de NBG’51 vertaling. Lezers krijgen met een uiterst beperkt gebruik van Hebreeuwse termen te maken. De eigennaam van Israëls God komt consequent voor als JHWH in de plaats van ‘de HEER’ (NBV) en ‘de HERE’ (NBG). Dichterlijke of poëtische gedeelten worden in versvorm gepresenteerd en de opbouw van het hele boek en onderlinge onderdelen worden schematisch weergegeven.

Het ligt in de bedoeling Amos’ teksten van toen en daar helder te presenteren met de nodige historische en aardrijkskundige informatie en gepaard met een begrijpelijke uitleg. Dit moet lezers in staat stellen om over hun betekenis te reflecteren en ze eventueel in het hier en nu te kunnen actualiseren.

Suggesties

Om meer profijt te hebben van het lees- en leerproces zijn voor de lezers mogelijk de volgende suggesties de moeite waard om te overwegen:

  1. heel Amos een of meerdere keren lezen in een of andere vertaling (zie hieronder);
  2. herhalingen van woorden, woordgroepen of zinnen in elke alinea opmerken en ze eventueel inkleuren (in de Bijbel zelf, op een fotokopie van de tekst, of op een via de pc afgedrukte tekst). Het helpt een duidelijker zicht op de tekst te krijgen;
  3. aandacht besteden aan de terugkerende thema’s en de speerpunten van Amos’ boodschap;
  4. de inhoud van afzonderlijke gedeelten overdenken en telkens afwegen op hun relevantie in het hier en nu;
  5. raadplegen van Bijbelatlas, Bijbels namenboek, Bijbelse encyclopedie, commentaren op het boek Amos, enz.;

Bijbelvertalingen

In het Nederlandse taalgebied zijn er verschillende bijbelvertalingen op grond van de Hebreeuwse, Aramese en Griekse brontalen voorhanden met hun eigenheid en vertaalmethode:

  • de oudste en eerste officiële – en bij sommigen nog in gebruik zijnde – vertaling is de Statenvertaling uit 1637 (SV). Zij is weinig toegankelijk vanwege het zeer oude taalgebruik en de heel lange zinnen;
  • de Nederlandse Bijbelvertaling uit 1951 (NBG’51) was bedoeld om de Statenvertaling (SV) te vervangen. Zij leunt woordelijk het dichtst bij de Hebreeuwse, Aramese en Griekse teksten. Ondanks haar ouderwets taalgebruik is zij nog prima geschikt voor studiedoeleinden;
  • vanwege dit verouderde taalgebruik verscheen de Groot Nieuws Bijbel (GNB – 1983) in de omgangstaal voor mensen zonder veel kennis van de Bijbel. Deze GNB werd snel populair en vond gretig aftrek als jeugd- en schoolbijbel. In 1996 verscheen een herziene uitgave in de nieuwe spelling met aandacht voor nieuwe handschriften, vertaalprincipes, stijl en (voor)leesbaarheid. Deze Groot Nieuws Bijbel wordt nog gebruikt in protestantse en rooms-katholieke kerken;
  • de Willibrordvertaling (WV – 1975 en 1995) is dé standaardvertaling van de rooms-katholieke geloofsgemeenschap in het Nederlandse taalgebied. Deze vertaling wordt alom gewaardeerd als trouw aan de grondtekst en tegelijkertijd vanwege haar begrijpelijk en hedendaags Nederlands;
  • de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV – 2004) is brontekstgetrouw en doeltaalgericht en van een schitterende literaire kwaliteit. Zij wil de kenmerken van de brontekst in begrijpelijk natuurlijk (of actueel) Nederlands weergeven. De doeltaal vertolkt de betekenis van de bronteksten op maximale wijze;
  • de Bijbel in Gewone Taal (BGT – 2014) is een vertaling in de taal die mensen dagelijks gebruiken. De bedoeling is dat de zinnen als direct duidelijk worden ervaren en lezers meteen vernemen waarover het gaat. Uiteraard geeft deze vertaling (op grond van de bijbelse talen) met zijn beperkte woordenschat (4.000 woorden) niet de nuances van de bijbelteksten weer.
  • van de Engelstalige bijbelvertalingen komt de New International Version (NIV – 1984) enigszins overeen met de NBV en de New Revised Standard Version (NRS – 1989) met de NBG. Qua Franstalige bijbelvertalingen zijn dat respectievelijk La Traduction œcuménique de la Bible (TOB – 1988) en La Bible de Louis Segond (LSG – 1910) of La Nouvelle Bible Segond (NBS – 2002).

Verder zijn er nog:

  • Het Boek (1987 en 2008) dat geen nauwkeurige vertaling is, maar een Nederlandstalige parafrase of hertaling van de Bijbel. Het staat ver van de Hebreeuwse, Aramese en Griekse grondteksten af en fungeert eerder als een interpretatie dan als een vertaling. Het is absoluut niet geschikt voor studiedoeleinden;
  • De Naardense Bijbel (2004) is een woord-voor-woord vertaling door Pieter Oussoren. Zij is hoofdzakelijk bedoeld om voor te lezen. De teksten staan colometrisch gepresenteerd – en dus als enkelvoudige zinnen onder elkaar – om het voorlezen te vergemakkelijken. Woordvolgorde en zinsopbouw volgen de oorspronkelijke taal met de bedoeling de lezer thuis te doen raken in het bijbelse woordveld, de eigenaardige wendingen en nuances en de daarmee samenhangende zeggingskracht. Voor elk Hebreeuws, Aramees of Grieks woord benut de vertaler consequent één eigen vertaalwoord en soms ongebruikelijke woorden zoals ‘aardland’, hoewel er Nederlandse equivalenten bestaan. Het resultaat is een niet zo gemakkelijke of zelfs weerbarstige vertaling.

Een serie bijdragen over de profeet Amos en zijn boek

Inleiding: Amos op de barricaden voor recht en gerechtigheid (1:1)

  1. Amos en het Israël van zijn tijd (1:1)
  2. Zeven schuldige buurvolken (1:2-2:5)
  3. Israëls zevenvoudige schuld (2:6-3:2)
  4. Er is oorlog op til! (3:3-8)
  5. Ten hemel schreiend gedrag (3:9-4:13)
  6. Klaaglied over Israël (5:1-17)
  7. Religieus en materieel zelfgenoegzaam (5:18-6:14)
  8. Israëls ondergang voorspeld (7:1-9)
  9. Een indrukwekkende confrontatie (7:10-17)
  10. Israëls veel te grote schuld (8:1-14)
  11. Straf, zifting en herstel (9:1-15)

Uitleiding: Actualiteit van het boek Amos