6.1.1 Schepping
Kennismaken met het thema van de schepping zoals het in het eerste scheppingsverhaal (Genesis 1:1-2:4a) aan bod komt en de relevantie hiervan voor het hier en nu.
Wie het scheppingsverhaal in Genesis 1:1-2:4a nauwgezet leest met oog voor herhalingen en opbouw ontdekt een literair kunstwerk dat niet mag worden gedegradeerd.[1] Niet tot een godsdienstige mythe uit een nevelig verleden, noch tot een naïeve voorstelling van het begin van de wereldgeschiedenis. Terecht noemde prof. Th. C. Vriezen dit “het meest ‘moderne’ van alle uit het oude oosten bekende scheppingsverhalen.”[2] Het nodigt echter niet uit om tegen de evolutieleer van leer te trekken alsof dit verhaal beschrijft ‘hoe’ het er historisch allemaal aan toe ging. Het presenteert een scheppende God die de bijbellezer via dit verhaal leert kennen. De aard en bedoeling ervan richten zich op een ‘waarom’ van de schepping of beter nog op een ‘waartoe’. Met andere woorden over wat wij mensen eraan hebben en mee aan kunnen.
‘Gelovige’ lezers van toen en daar werden aangespoord om Israëls God als unieke schepper te aanbidden en zichzelf niet als een speelbal van de goden te zien maar juist als een beeld van die God. De universaliteit van dit verhaal stijgt echter zó boven tijd, taal, nationaliteit en cultuur uit, dat iedereen er in het hier en nu nog steeds mee uit de voeten kan.
De aanhef, de zeven strofen (dagen) en het slotakkoord brengen samen het verhaal als een indrukwekkend loflied (liturgie) dat God als schepper belijdt en aanzet tot bewondering voor zijn schepping. In deze apotheose heeft ook de mens een plaats. In de vorm van een soort preek (homilie) bepaalt het hem bij zijn potentie als Gods beelddrager om garant te staan voor het voortbestaan van natuur en wereld. Zo gauw hij die existentiële roeping beseft komt dit verhaal tot hem als een leer (instructie) over ‘hoe’ hij zijn opdracht kan waarmaken. Multatuli onderstreepte immers terecht dat de roeping van de mens eruit bestaat om mens te zijn!
Zo spoort het scheppingsverhaal in onze postmoderne tijd de mens aan tot een kwalitatief leven dat zich bewust richt op God en zijn schepping. Dit kan hem het gevoel van leven teruggeven dat de seculiere en technocratische maatschappij hem ontneemt. Het verhaal presenteert een impliciet drievoudig programma dat de strijd aanbindt. Ten eerste tegen de hiërarchische druk van de soevereine markteconomie in plaats van een milieubewust leven met een maximale zorg voor de dieren. Vervolgens ook tegen een permanent jachtig leven tegenover het scheppingsmodel van zes dagen werken en één dag van ophouden weten. En tenslotte tegen het dictaat van de onophoudelijke media- en informaticastroom in plaats van het autonome en zelfstandige denken.
Het scheppingsverhaal spoort de mens dus aan in de trant van: ‘zo, doe er nu maar wat mee in het dagelijks leven!’.
[1] Zie vooraf op deze website: 3. De Hebreeuwse Bijbel 1. Kennismaken 3. Het verhaal van de schepping en 3. De Hebreeuwse Bijbel 2. Ontdekken 1. De schepping van het verhaal
[2] Th. C. Vriezen, Hoofdlijnen der theologie van het Oude Testament, Wageningen 1977, 363