9-Joods-christelijke thema’s9.3-Verdiepen

9.3.2 Gesprekken van christenen met joden

Zich verdiepen in de problematische relatie tussen christenen en joden en in de mogelijkheden voor gesprekken tussen beiden.

Inleiding

In het begin van de gewone jaartelling sloten mensen in het Joodse land zich aan bij een groep leerlingen van Jezus van Nazaret. Deze rabbi plaatste Mozes’ thora opnieuw in het centrum van het joodse denken, handelen en de samenleving. Via zijn onderwijs, zijn preken en zijn weldaden voor verdrukten en ongelukkigen spoorde hij mensen uit alle lagen van de bevolking aan om Israëls God (weer) koning in hun leven te laten zijn. Zijn beweging van een farizees signatuur groeide en trok ook niet-joodse synagogebezoekers in binnen- en buitenland aan. De Jezusgemeenschap breidde zich uit in het hele Romeinse keizerrijk. In de tweede eeuw scheidden echter de wegen tussen dit intussen groter wordende christendom – van merendeel heidenen en zeer kleine minderheid van joden – en het synagogale jodendom.

Na twee millennia van uit elkaar groeien en bijna onophoudelijk onrecht dat joodse mensen op christelijke bodem is aangedaan – rijst de vraag of er desondanks vruchtbare onderlinge gesprekken mogelijk zijn. Gesprekken die bijdragen tot onderling begrip en eventuele toenadering door leden van beide allesbehalve homogene geloofsgemeenschappen. Binnen het kader van deze problematische materie wordt hiertoe een poging ondernomen via het inventariseren van vaststellingen, vragen, aanzetten, begripsvormingen en voorzichtige aanbevelingen.

Indringende vaststellingen …

  1. gezien het heil uit de joden is omdat zij het waren die het grote nieuws brachten over de joodse Jezus aan joden en niet-joden;
  2. gezien de Christus van de kerken in veel opzichten aan zijn joods karakter heeft ingeboet en men hem veeleer niet-joodse eigenschappen heeft toebedacht;
  3. gezien het christelijk geloof zich in een grote mate heeft vervreemd van haar joodse wortels;
  4. gezien het uitleven van het christelijk geloof door velen in de westerse wereld – o.a. grotendeels gesymboliseerd door het alom verbreid christelijke kruis – door de eeuwen heen heeft bijgedragen tot veel joodse angst en joods lijden.

… waaruit een aantal vragen

  1. is het dan niet pretentieus of zelfs arrogant om te beweren dat het van huis uit joodse heil door niet-joden naar joden moet worden gebracht?
  2. is het dan niet te voorspellen dat daarom weinig joden worden aangesproken door de door niet-joden aanbevolen Christus?
  3. is het dan niet voor de hand liggend dat – mede door heel wat te overwinnen barrières – joden niet zo gemakkelijk in het diepste van hun wezen worden aangesproken als niet-joden hun christelijk geloof willen bijbrengen?
  4. is het dan niet te verwachten dat niet-joodse aanbrengers van het christelijk geloof door joden met een ingebouwde achterdocht en vrees worden bekeken?

Gevolgtrekking … 

Op basis van deze vaststellingen en gepaard gaande vragen is het van groot belang dat niet-joodse christenen afzien van wat voor zending dan ook naar joden toe. Deze zou men – als er al van zending zou mogen worden gesproken – aan christenjoden moeten worden overlaten.

… en aanzet om inspiratie te putten uit de benadering van de joodse apostelen

  1. christenjoden verkondigen het messiaanse koninkrijk aan hun joodse volksgenoten;
  2. christenjoden presenteren een bijbels-joodse Jezus aan joodse mensen terwijl zij pogen om Jezus van zijn niet-joodse (heidense) toebedachte kenmerken te zuiveren;
  3. christenjoden zijn in staat de joodse wortels van het christelijk geloof uit de verf te laten komen en het te ontdoen van zijn niet-joodse elementen;
  4. hoewel christenjoden door joden met argwaan worden ontvangen bestaat er een grotere kans dat een gevoel van bedreiging zal afnemen.

Bemoedigende vaststellingen

  1. gezien joden en christenen lijden ervaren vanwege onderlinge vooroordelen die een belemmering vormen voor een goede co-existentie;
  2. gezien joden en christenen geloven in de ene waarachtige God van de Bijbel en de wil van de Vader in deze wereld proberen uit te leven;
  3. gezien joden en christenen een gemeenschappelijke liefde voor de Hebreeuwse Bijbel hebben;
  4. gezien joden en christenen een diep besef hebben van leven als Gods volk en een intens verlangen koesteren als zodanig te leven;
  5. gezien joden en christenen hun liefde voor God uitdrukken in vormen van erediensten met verwante kenmerken;
  6. gezien joden en christenen ijveren voor een samenleving van recht, gerechtigheid en vrede;
  7. gezien joden en christenen een gezamenlijke verwachting koesteren voor een komend Vredesrijk.

… waaruit blijkt dat veel zaken joden en christenen verenigen en veel verder reiken dan de muur die hen van elkaar scheidt. Een noodzaak van wederzijds respect is dan ook een must.

Pijn vermijden

Gezien er woorden worden gebruikt die aan beiden pijn veroorzaken en gezien beiden verbonden zijn met een gemeenschappelijke problematiek, is het zaak dat christenen en joden elkaar beter leren kennen. Dit is een haalbare kaart op voorwaarde dat zij

  1. elkaar als mensen ontmoeten;
  2. samen komen om over hun pijn te spreken.
  3. naar elkaars wezenlijke vragen luisteren;
  4. zich bewust worden van de conflictsituaties waarin zij zijn terechtgekomen;
  5. leren om die conflictsituaties te ontmantelen;
  6. leren om deze situaties te zien vanuit het standpunt van de ander;
  7. een gevoelige communicatie ontwikkelen;
  8. elkaar het recht gunnen om gelijkwaardig in het gesprek te staan:

Dan zullen ook de woorden die worden gebruikt geen pijn meer veroorzaken, de monoloog aan beide kanten verdwijnen en zal er sprake zijn van een existentieel gesprek.

Aanbevelingen voor een vruchtbare toenadering van christenen naar joden toe

  1. raadplegen van joodse publicaties over Jezus, Paulus en het Griekse (Nieuwe) Testament om thuis te raken in hun joodse achterliggende gedachtewereld en om de christelijke bijbeluitleg te verrijken en eventueel te corrigeren;
  2. uitsluiten van anti-joodse denkmodellen en vooroordelen tegen leden van het joodse volk van vroeger (zoals Farizeeën en schriftgeleerden) en van nu (orthodoxe joden) in het godsdienstonderwijs en -publicaties;
  3. uitbannen uit prediking, bijbelstudie, liturgie, gebeden en liederen van alle beelden, illustraties, begrippen en woorden die bijdragen tot negativisme, polarisatie, schemadwang, kortzichtigheid, generalisering, sentimentaliteit, cynisme, bevoogding, moralisme en stereotypie ten aanzien van individuele joden, de joodse gemeenschap en het jodendom in het algemeen;
  4. aanleren van het voeren van gesprekken met representanten van de joodse gemeenschap;
  5. bij die gesprekken niet de Christus van de kerken als uitgangspunt nemen maar de woorden van Jezus van Nazaret (Bergrede, gelijkenissen, e.d.) omdat zowel joden als christenen zondermeer vertrouwd zijn met deze gedachtewereld;
  6. organiseren van gezamenlijke bijbelstudies met een terugkeer naar de oorspronkelijke teksten van de Hebreeuwse Bijbel en van het Griekse Testament. Daarbij mag het niet gaan om theologie maar om de woorden die voor joden en christenen bindend zijn en bijdragen tot het slechten van tweeduizendjaar oude muren. Dan kan het mogelijk worden om samen te praten over grondwoorden, heilsfeiten en dogma’s van de kerkelijke leer;
  7. bestrijden van onwetendheid, wantrouwen, vooroordelen en misverstanden door het verschaffen van correcte informatie via cursussen, leerhuizen, seminars, bijbelkringen, e.d. Dit bevordert het wederzijds respect en het begrijpen van elkaar zoals elke gesprekspartner wil worden begrepen.

Ter afronding

Alleen door de verbinding met hun oorspronkelijke voedingsbodem kunnen christenen tot hun recht komen en opnieuw de geweldige dynamiek ontwikkelen die zij in de eerste eeuw van de gewone jaartelling hadden. Dan eerst zullen zij samen met joden kunnen bouwen aan de door Jezus’ gewilde messiaanse gemeenschap waar christenen en joden elkaar ontmoeten, vinden en handelen.