5.1.2 De Bijbel in Gewone Taal is nodig
Kennismaken met de bijbelvertaling van de Bijbel in Gewone Taal (2014) en nadenken over de relevantie ervan.
Inleiding
Blijkbaar spreekt de Bijbel niet meer aan en doet hij verouderd aan. Hij wordt niet meer begrepen en zijn taal is niet meer de taal van het dagelijkse leven. Eerdere kwaliteitsvertalingen – zoals de Groot Nieuws Bijbel, de Willibrordbijbel en de Nieuwe Bijbelvertaling – hebben geprobeerd de kloof te overbruggen maar bij brede lagen van de samenleving is dat niet voldoende gebleken.
Hoe breng je de Bijbel dicht(er) bij mensen?
Een ervaring uit de geschiedenis kan mogelijk inspireren. Juda wilde na de ballingschap een nieuwe start maken. De teruggekeerde generatie haalde de thora erbij om hun relatie met God te herbronnen (Nehemia 7:72b-8:1-13). Ezra leest zó voor dat het volk het duidelijk kan horen. Daarna doen de Levieten het nog eens over maar dan in stapjes of ‘beetje bij beetje’. En zij zorgden ook voor de verklaring ervan. Dit interpreteren had meteen resultaat want de mensen ‘begrepen wat er werd voorgelezen’. Alles draaide dus om één ding: een heldere communicatie van de thora aan het hele volk met de onmiddellijke wegwerking van taal- en betekenisbarrières.
Net zoals toen-en-daar krijgt iedereen, jong en oud, met de Bijbel in Gewone Taal nu-en-hier toegang tot de hele Bijbel vanuit de Hebreeuwse en Griekse grondtekst in de woorden van nu. De lezer wordt meteen aangesproken omdat het er staat in een taal die wij allemaal dag in dag uit gebruiken. De betekenis komt bij iedereen rechttoe rechtaan binnen. De korte alinea’s met kopjes erboven helpen de lezers de teksten stapje voor stapje te ervaren en te begrijpen. Het vertaalteam van het Nederlands en Vlaams Bijbelgenootschap heeft met de Bijbel in Gewone Taal zodoende alle mogelijke drempels en obstakels weggewerkt zodat alle lagen van onze Nederlandstalige bevolking nu de boodschap ervan zal kunnen begrijpen.
Ter afronding
In onze samenleving waarin het consumptiegenot en de massamedia de hoofdrollen spelen is er behoefte aan een duidelijk toegankelijke Bijbel. Is vertalen verraden? Umberto Eco schreef daarover het schitterende boek Dire quasi la stessa cosa (Bijna hetzelfde zeggen).[1] Hij leert ons dat een nauwkeurige vertaling niet gelijk is aan een woord-voor-woord maar een wereld-voor-wereld weergave. Woorden openen een wereld en de vertaler moet dezelfde wereld openen die de schrijver heeft geopend, zij het met andere woorden. Niet naar de letter maar naar de geest. Alles zit hem dus in het woordje bijna in Eco’s titel: Bijna hetzelfde zeggen. Elke vertaling – hoe voortreffelijk ook – vertegenwoordigt dus een tekort. Dat neemt echter niet weg dat de Bijbel in Gewone Taal de doelstelling waarmaakt: de Bijbel dicht bij mensen brengen. Als variatie op Prediker 7:15-16:
‘Wees daarom niet al te kritisch noch al te kritiekloos’.
Voetnoot
[1] In het Frans: Umberto Eco, Dire presque la même chose. Expériences de traduction, Paris 2003