1-Jezus1.2-Ontdekken

1.2.4 Jezus, Paasmaal en Avondmaal

Inleiding

In deze periode van het jaar vieren joden en christenen het paasfeest. In heel wat kerken wordt de avondmaalstafel met een wit kleed bedekt. Er liggen schalen op met kleine stukjes (ongezuurd) brood en er staan bekers op met al dan niet gealcoholiseerde wijn. In de meeste kerken bestaat de viering uit een prediking en de nuttiging van brood en wijn. In een enkele kerk vindt er bovendien een voetwassing plaats. Sommige kerken vieren het avondmaal één keer of meerdere keren per jaar, andere doen dat elke week. Wat zijn de oorsprong en de betekenis van de paas- en avondmaalsvieringen? Wat pleit ervoor om aan deze plechtigheden in de 21ste eeuw vast te houden?

I.            Jezus viert het paasfeest

1. Vanwege de bevrijding – Lees Lucas 22:7-13

In de laatste week van zijn leven trekt Jezus van Nazaret zich met zijn leerlingen terug om het Paasfeest in Jeruzalem te vieren. Tienduizenden pelgrims reizen er naar toe om die gebeurtenis uit de joodse geschiedenis te herdenken. De uittocht van hun voorvaderen uit Egypte betekende het begin van het ontstaan van hun volk. Daarvoor waren zij slaven van een natie die hen geen recht op bestaan gunde: werkinstrumenten zonder identiteit, gespeend van cultuur en onderwijs en verplicht om dag en nacht te werken. Ze moesten zwoegen tot meerdere eer en glorie van farao, zoon van de zonnegod Amon-Ra en van de gevarieerde galerij van de Egyptische goden. Het was één onafgebroken nachtmerrie!

JHWH, de God van de Hebreeuwse voorvaderen Abraham, Isaak, Jakob en Jozef vond dat het meer dan genoeg was (Exodus 3:7-10). Hun lijden raakte ook hem! Hij daalde op de berg Sinaï neer en dat niet in een indrukwekkende eikenboom, maar in een miezerige struik. Op die manier toonde hij zich solidair met hun verschrikkelijke situatie. Bovendien stuurde hij hun een volksgenoot die – als voormalig paleisbewoner en daarna herder – de man van de situatie werd. Na een haast onbeschrijfelijke confrontatie slaagde deze Mozes met JHWH’s hulp erin om het ongelukkige volk uit farao’s greep te bevrijden. De verbazingwekkende tocht door de Rode Zee prijkt in de annalen van de bijbelse geschiedenis. Het is juist dit indrukwekkende feit dat de pelgrims en inwoners van Jeruzalem, Jezus en zijn leerlingen, tijdens het paasfeest in de hoofdstad herdenken.

2. Afscheid van het oude leven – Lees Exodus 12:1-28

Jezus en zijn vrienden verzamelen in een zaal, die hij voor die gelegenheid heeft laten klaarmaken. In de hoofdstad ontmoeten families, gemeenschappen en vriendenkringen elkaar om de ‘verjaardag’ van het volk te vieren. De omlijsting, de toon, het kader, de woorden, de bewegingen, de sfeer en de deelnemers zijn alle doordrongen van het godsdienstige. Het politieke karakter ervan prijkt op de achtergrond. Dat komt doordat de overlevering een godsdienstige oorsprong heeft. God zelf had de Israëlieten deze paasviering als het feest van het ‘voorbijgaan’ opgedragen. Men diende elkaar de gebeurtenissen van de bevrijdingsnacht – toen de dood langs de huizen in Egypte trok – te vertellen. De eerstgeborenen van de autochtonen stierven, maar die van de allochtone Hebreeën bleven in leven als hun families het bloed van een voor die gelegenheid geslacht lam aan hun deurposten hadden gesmeerd. Onder hen waren er immers al te veel slachtoffers door de Egyptische onderdrukkers gevallen. De Hebreeuwse naam ‘Pesach’, waarvan het woord Pasen is afgeleid, verwijst tegelijkertijd naar een drama en een bevrijding.

Verlossing brengt steeds pijn, lijden en soms zelfs bloed en doodsangst met zich mee, zoals dat bij de bevalling van een kind kan voorkomen. Die nacht ging het om de bevalling van Israël. De eer en de dankbaarheid gingen uit naar hun God JHWH. Bij die bevrijdingsdaad bleven de Hebreeën geen toeschouwers, want ze werden deelnemers in het laatste bedrijf van een ongelukkige en pijnlijke geschiedenis. Die aspecten geven aan de paasmaaltijd een zware en sombere sfeer.

3. Welkom aan een nieuw leven – Lees Exodus 13:3-10 en 14:9-25

Naast een gevoel van droefheid en pijn over deze ‘escape operatie’ was er ook vreugde over het nieuwe leven, zoals een vrouw die ervaart als ze een kind op de wereld heeft gezet. Met veel pijn ervaart zij de sterker wordende weeën en verliest bloed. Het vruchtwater breekt en zij perst de baby eruit. Nadat de navelstreng wordt afgebonden en de baby in haar armen wordt gelegd, is er grote blijdschap.

Zo ondervond ook het volk van Israël veel pijn. Na de nachtmerrie van de om zich heen grijpende dood trok het, achtervolgd en bedreigd door het Egyptische leger, naar en door de Rode Zee. Bij dageraad begon er een nieuw leven voor hen. Een met een bevalling te vergelijken ervaring. Moest Mozes niet namens God tegen farao zeggen: “Dit zegt JHWH: Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon” (Exodus 4:22)? Eindelijk zag dit als pasgeboren Israël zich bevrijd van het Egyptische slavenjuk, klaar om een nieuw leven te beginnen en nu niet meer zonder maar, … mét JHWH.

De paasviering is dus bijzonder rijk aan betekenissen: de sluiting van de ene deur naar het verleden (vanwege slavernij, ellende, dood, vervreemding, … ) en opening van een andere deur naar de toekomst (met een leven in vrede, vrijheid, zelfontplooiing en geluk).

Veel later ziet de apostel Paulus die doortocht door de Rode Zee als de doop van Israël (1 Korintiërs 10:1-4) en tegelijk als een rijke illustratie van de doop door onderdompeling in het water van de mens die zich tot God keert. Hij ziet er de overgang in van de oude mens (zonder God, ongelukkig en zonder hoop, zoals in Egypte) naar het leven van de nieuwe mens (met God, gelukkig en met uitzicht op de toekomst).

Paulus spreekt als een rabbijn die in het kader van de joodse opvoeding gebruikmaakt van verhalen, illustraties en symbolen (Psalm 78:5,7). De verhalen verschaffen niet zómaar wat informatie. Zij dienen vooral een didactisch (onderwijskundig) doel en bevatten lessen om wijsheid en geluk te bevorderen voor wie er studie van maakt. Ceremoniën (zoals paas- en doopfeesten) vormen daarbij efficiënte hulpmiddelen. Zij herdenken, vieren en bevatten precieze praktische en geestelijke lessen, zoals de volgende tabel dat zichtbaar maakt.

Net als talloze andere pelgrims vieren Jezus en zijn leerlingen dus dit zó betekenisvolle Paasfeest in Jeruzalem (Exodus 12). Het lam wordt geslacht, ongezuurd brood, wijn en de door Mozes voorgeschreven andere ingrediënten worden genuttigd. Bij deze herdenking identificeren de deelnemers zich met de indrukwekkende ervaring van hun voorvaderen van bijna dertien eeuwen eerder – alsof ze er toen zelf bij waren – door het reciteren van de woorden: ‘Zo gedenk ik wat JHWH voor mij heeft gedaan toen ik wegtrok uit Egypte.’ (Exodus 13:8). Op die manier wordt de paasviering naast het herdenken van wat hun voorvaderen hadden beleefd ook de viering van eigen ervaring met God.

II.           Jezus introduceert het heilig avondmaal

1. Een daad van nederigheid – Lees Johannes 13:1-17

De evangelist Johannes vertelt dat Jezus tijdens de paas- of sedermaaltijd opstaat en zijn bovenkleren uittrekt. Zijn leerlingen fronsen de wenkbrauwen. Op zijn knieën begint hij hun voeten te wassen. De in het binnen- en buitenland zó populaire en geëerde rabbi (zie o.a. Matteüs 4:23-25) doet iets wat niet-joodse dienaren bij hun joodse meesters en hun gasten, of vrouwen bij hun echtgenoten en kinderen bij hun vaders doen. Waarom gooit Rabbi Jezus de rollen om?

Een onaanvaardbare geste vindt Petrus. Toch zegt zijn leraar dat het dé basisvoorwaarde is om zijn leerling te kunnen blijven. In dat geval wil Petrus niet meer weigeren. Voor geen goud ter wereld wil hij van zijn meester gescheiden worden. Hij wil integendeel nog sterker met hem verbonden zijn en vraagt daarom om volledig door hem te worden gewassen. Dát wil Jezus dan ook weer niet. Hij legt uit dat iemand die zich al heeft gebaad niet opnieuw een bad hoeft te nemen. Gasten die op een feest komen, hebben dat immers thuis al gedaan. Slechts hun in sandalen geschoeide voeten die op de stoffige wegen vuil zijn geworden, worden afgespoeld. Jezus’ leerlingen moeten dus niet opnieuw in bad.

Naast dit met Jezus verbonden blijven en het versterken van de onderlinge relatie heeft deze diepzinnige handeling een praktische kant: het leren van nederigheid. Onder zijn leerlingen heerst immers een competitiegeest, omdat ze elkaar naar de kroon trachten te steken. Blijkbaar hoopt Jezus dat zij zijn voorbeeld – waarbij hij zich de minste toont – ten aanzien van elkaar zullen overnemen. Hij draagt hen dan ook op om hem daarin na te volgen.

Een dergelijke gedachtegang van wél en niet baden is voor de met de Hebreeuwse Bijbel vertrouwde joden kinderspel. Zij zien meteen de logische symboliek in van Jezus’ opmerking ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein’. Dit bevestigt dat er meer aan de hand is dan een gewone wasbeurt. Dit helemaal wassen of een bad nemen begrepen (en begrijpen) zij als het moment van de doop door de onderdompeling van de mens, die zich (in geloof) tot God keert. Zijn zonden worden er symbolisch mee afgewassen, omdat God hem vergeeft en hem helemaal opnieuw laat beginnen. Het gaat om een soort nieuwe geboorte met een verbintenis voor een vernieuwd leven met God. Met het uitvoeren van de voetwassing voegt de Rabbi van Nazaret een symbolische handeling toe aan de volledige afwassing, die verwijst naar de doop door onderdompeling. Die gedeeltelijke afwassing (van de voeten) vormt een antwoord op het struikelen van de gelovige in het dagelijkse leven en nodigt hem ertoe uit om zijn leven keer op keer met God in het reine te brengen.

2. Vernieuwing van de relatie – Lees Lucas 22:14-18

Na de viering van de seder- of paasmaaltijd met de gebruikelijke vier bekers wijnreikt Jezus hen nog meer brood en een vijfde beker wijn aan. Brood en wijn verheft hij hiermee tot symbolen van zijn lichaam en bloed in het kader van het verbond dat hij met hen sluit. Onderweg naar Jeruzalem had hij hen er al verschillende malen op gewezen dat hij in Jeruzalem zou sterven (Matteüs 16:21; 17:22-23; 20:17-19). Nu in de hoofdstad, op de vooravond van zijn arrestatie, voorspelt hij zijn dood (Lucas 22:21-22). Zijn bloed zal vloeien en zijn lichaam zal sterven, maar niet zonder doel: hij doet dit o.a. voor hen (Matteüs 26:28). Die dimensie voegt Rabbi Jezus aan de paasviering toe. Door de eeuwen heen hebben de kerken dit aan het paasfeest toegevoegde deel het ‘Heilig Avondmaal’ genoemd en gevierd. Jammer genoeg werd het later volledig van de paasmaaltijd losgekoppeld.

3. Blijvende liefde – Lees Exodus 19:1-13 en 24:1-11

Waarom neemt Jezus het initiatief om deze extra handelingen – voetwassing, verbondswoorden, extra brood en extra wijn – uit te voeren? Wie met Israëls bijbelse geschiedenis is vertrouwd, ziet meteen de door hem bedoelde onderlinge link. In de paasnacht had God het Hebreeuwse volk vanuit de slavernij aangespoord een nieuw leven te beginnen. Het kan als een soort geboorte van Israël worden gezien. Daarna bewijst hij in de woestijn drie maanden lang zijn liefde en zorgzaamheid voor het volk met voedsel, drinken en bescherming.

Tenslotte biedt hij hun een levenslang verbond aan met de woorden: “Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe” … Het hele volk reageerde als aangezochte partner met een ja-woord: “… als uit één mond: “We zullen alles doen wat JHWH heeft gezegd” (Exodus 19:5,8).

Er volgde een plechtigheid waarvoor het volk zich klaarmaakte met het wassen van hun in de woestijn vuil geworden kleren, die hun gemopper, gebrek aan vertrouwen en zelfs opstandig gedrag symboliseerden (Exodus 19:14-15). Die reiniging na het grote bad in de Rode Zee was nodig om de volledige overgave aan JHWH God als de bruidegom te symboliseren. De wederzijdse rechten en plichten (met o.a. de Tien Woorden) werden officieel vastgelegd (Exodus 20-23). Hierna werd de plechtigheid met (offer)bloed bezegeld, zoals dit bij de voltrekking in de eerste huwelijksnacht het geval is. ‘Toen nam Mozes het bloed en besprenkelde daarmee het volk. ‘Met dit bloed,’ zei hij, ‘wordt het verbond bekrachtigd dat JHWH met u heeft gesloten door u al deze geboden te geven’ (Exodus 24:8) en dat op liefde is gebaseerd. Boven op de berg werd dan ook een ontmoeting georganiseerd tussen de 70 stamoudsten als vertegenwoordigers van het volk (als bruid) en God in eigen persoon (als bruidegom. Bij die gelegenheid zagen zij God, aten en dronken met hem (Exodus 24:11), zoals bij een feestmaaltijd, die de huwelijksplechtigheid bezegelt, waarbij bruid en bruidegom zich in het daglicht elkaar in de ogen kunnen zien. Dat konden nu beide partners op de berg eveneens, zoals dat nog nooit eerder het geval was geweest. Als dit hele gebeuren als een huwelijksvoltrekking en -plechtigheid kan worden gezien, dan is er maar één stap om de drie voorafgaande maanden in de woestijn als een verlovingsperiode op te vatten.

Rabbi Jezus koppelt met de aanvulling van de seder- of paasmaaltijd – dat later door christenen het Avondmaal wordt genoemd – terug naar wat JHWH bij Sinaï op het oog heeft gehad. Daar in Jeruzalem leert hij zijn leerlingen dat het niet volstaat om de doop te ondergaan als symbool voor het uit de macht van Egypte bevrijd te zijn via de doortocht door de Rode Zee. In het dagelijkse leven met zijn ups-and-downs in de strijd met de macht van het kwaad is er volgens Jezus nood aan een intieme relatie met God. Die wordt geconcretiseerd door het verbond dat Jezus aan zijn leerlingen aanbiedt. Frequente liefdesgesprekken met en trouwbetuigingen aan elkaar schragen en versterken die relatie. Ze zorgen voor nieuwe energie en impulsen. Daarom dienen Paasfeest (geboortefeest of verjaardag) en Avondmaal (huwelijksjubileum) zich periodiek te herhalen. Respectievelijk vieren beide stichtings- of gedenkfeesten dat God de gelovige niet alleen uit de macht van het kwaad (met Egypte als symbool) heeft gered, maar hem of haar ook bijstaat in de dagelijkse confrontatie met die macht (de woestijn als beeld). Samen bieden zij de gelovige de gelegenheid om zijn of haar dankbaarheid en trouw aan hun weldoener te betuigen.

Ter overweging

Hoe zou het zijn om de betekenis van het Paasmaal en het Avondmaal nieuw leven in te blazen? Beide ceremoniën horen bij elkaar. Het vieren van het tweede gedenkfeest (Avondmaal) – zonder zijn verbinding met het eerste stichtingsfeest (Paasmaaltijd) – doet zijn betekenis en relevantie verbleken. Het eerste herinnert aan die geweldige bevrijding, die God aan elke mens aanbiedt, terwijl het tweede daarop voortbouwt en hem uitnodigt om zijn band met God te bekrachtigen.

Beide ceremoniën drukken Gods liefde en uitgestoken hand uit naar de mens, die zich in zijn nabijheid begeeft en die bereid is zijn of haar levensweg met hem af te blijven leggen. Deze naar elkaar toe gerichte paasmaal- en avondmaalvieringen ‘vergeten’, kunnen het leven-met-God uit het oog doen verliezen. Beide verbindende vieringen echter blijven ‘gedenken’ helpen dat onderweg-met-God-zijn voeden en intensiveren. Daar was het de Rabbi van Nazaret helemaal om te doen.