8-Bijbelwoorden8.1-Kennismaken

8.1.2 Leven

Kennismaken met het bijbelwoord leven houdt veel meer in dan een verzameling van verschillende functies en eigenschappen die tezamen het leven vormen.

De Bijbel valt meteen met de deur in huis met zijn focus op het leven. De levenloze aarde (woest, doods en duisternis op de oervloed) krijgt door de adem (rūach) van God energie. Die levensadem zweeft immers over al die dode materie en brengt daarmee zijn vitaliteit over op de aarde (Genesis 1:2) zoals een vogel liefdevol beschermend boven zijn kleintjes zweeft en …. zoals God zich voor zijn volk Israël inzet (Deuteronomium 32:11-12). Eigenlijk wil de Bijbel zeggen dat de aarde begint te ademen waarop licht, lucht en alle leven ontstaat met de mens als Gods kroonjuweel.

De bijbelverteller stelt dat God de mens vanuit de aarde boetseert (met vuile handen?) en hem zijn levensadem inblaast (via mond op mondbeademing?) zodat hij levend wordt (Genesis 2:7). Daarom hoort het leven niet de mens toe maar is het Gods eigendom. Dit mensvormig schrijven over God draait om zijn liefdesrelatie met de mens. Zijn ingrediënten – liefde, adem en leven – krijgen de overhand over het woeste, de duisternis en de dood. Job beseft tot in de diepste vezels van zijn aftakelend leven dat de diepe donkerte, het donkerste duister, de diepzwarte chaos hem opwachten (Job 10:21-22). Daarom bevrijdt God Israël van de levensbedreigende en -vernietigende macht van Egypte en wenst dat het ‘leeft, gelukkig (d.i. ‘tōv’) leeft en lang leeft’ (Deuteronomium 5:33). Dit wordt werkelijkheid als het volk door het leven gaat conform zijn thora onderwijzing die wordt opgevat als de weg van de rechtvaardigheid die leidt naar het leven, een geëffend pad vrij van de dood (Spreuken 12:28). Het betekent dat Israël met God op weg kan met een drie dimensionaal geloof. Dat bestaat uit vertrouwen, overtuiging en gehoorzaamheid (Psalm 78:7). Profeten zoals Amos hebben dat begrepen en maken duidelijk dat men echt leeft als men God zoekt en dat stelt hij gelijk met het doen van het goede (Amos 5:6,14).

Hoe dat concreet moet of kan blijkt uit het leven en de leer van Jezus van Nazaret die als Gods zoon de weg, de waarheid en het leven openstelt voor mensen uit Israël en uit de volken. Dat overstijgt het gewone leven en brengt het eeuwige leven binnen het bereik voor iedereen die gelooft (Johannes 6:47). Zo ligt deelname aan het leven op de nieuwe aarde in het verschiet waarop duisternis, pijn en dood absoluut zullen ontbreken (Openbaring 21:4). Wat een prachtige vrijmakende boodschap voor onze postmoderne samenleving die door die drie verwoestende krachten permanent wordt belaagd!