4-Griekse testament4.2-OntdekkenJohannes

4.2.4 Marcus, Lukas en Matteüs vertellen over Jezus

Inleiding

Een evangelie is een joodse vorm van literatuur, waarin alleen wordt doorgegeven wat de vertellers als belangrijk zien en ervaren. Zo vertellen Marcus, Lukas en Matteüs (ook synoptici genoemd) de verhalen over Jezus elk vanuit hun eigen perspectief en met hun eigen onderwijsdoel. Dat verklaart dan ook waarom zij onderling verschillen vertonen. Ieder van hen gebruikt echter altijd de Hebreeuwse Bijbel (Tenach) als uitgangspunt. Al vertellend over Jezus leggen zij diverse verbanden met de Thora, de Profeten en de Psalmen. Vanwege de soms veranderende omstandigheden en inzichten van hun eigen tijd, situatie hoeven hun verhalen echt niet eensluidend te zijn

Lezers van toen en van nu

De synoptici hebben echt kwaliteitsvolle verhalen geschreven, die van de lezers van vandaag enige literaire vaardigheden vereisen (zie 2. Leesvaardigheden op deze website) als zij de diepere betekenis van de vertelde gebeurtenissen en redevoeringen willen achterhalen.

Het vergt echt wel een gedegen inspanning om de verhalen van de evangelisten vooral niet letterlijk rechttoe rechtaan of historisch te lezen en te begrijpen. Zij zijn immers niet bedoeld om louter te informeren over wat allemaal zoal is gebeurd en dienen bijgevolg niet als historische berichten te worden opgevat. Marcus, Lukas en Matteüs willen hun lezers immers coachen, opdat zij Jezus niet alleen leren kennen, maar dat zij – net zoals zij zelf dat hebben gedaan –  hem tot hun eigen rolmodel kiezen en diens leerlingen worden.

Deze tweetalige joden (Hebreeuws/Aramees & Grieks) schreven wel in het volkse Grieks (of Koiné genoemd) dat gangbaar was in het hele Romeinse Rijk. Zij deden dat echter met een sterke Hebreeuws-Griekse boventoon. Deze is karakteristiek voor de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel of Septuagint (LXX). Hun semitisch-Griekse teksten waren daarom zeer toegankelijk voor de leden en de bezoekers van de synagogen, niet alleen in Palestina, maar ook in het hele keizerrijk. Het valt zelfs op dat de verhalende delen in hun evangeliën de stijl van synagogale toespraken verraden.

Het soort verhalen

Het soort verhalen dat Marcus, Matteüs en Lukas al schrijvend vertellen, dragen kenmerken in zich van rabbijnse leerverhalen of midrasjim. Dit Hebreeuwse woord is een meervoudsvorm van het naamwoord midrasj. Het is afgeleid van het werkwoord dārasj, dat (onder]zoeken betekent. Dat gebeurt in het bijzonder op basis van de Hebreeuwse Bijbel, die joden Tenach en christenen Oude Testament noemen. Dit soort van (onder)zoeken vindt plaats om op grond van de joodse geloofsleer een verantwoord zicht te krijgen op het leven in de eigen tijd. De Hebreeuwse Bijbel bevat dan ook een immens reservoir van verhalen, wetten, liederen en spreuken, die de rabbijnen al voor de gewone jaartelling als leerstof gebruikten om hun volk te onderwijzen.

Verhalen over Israëls geschiedenis

Bij het vertellen van hun eigen verhalen maken Marcus, Matteüs en Lucas (die men samen met de term synoptici aanduidt) een maximaal gebruik van de verhalen over Israëls geschiedenis, die zij in de Thora en de Profeten aantreffen. Generaties van hun volk werden er immers door geïnspireerd en hun betekenis hebben een blijvende rol gespeeld in hun bestaan. Door die teksten leerden zij om op hun God JHWH te vertrouwen en een andersoortige gemeenschap te vormen te midden van de volken, die er andere goden op na hielden.

Als joodse vertellers kennen de evangelieschrijvers die geloofsteksten door en door. Dit stelt hen in staat om al schrijvend uit die geloofsteksten woorden en beelden, onderwerpen en thema’s in hun eigen verhalen over Jezus te verweven. Daarbij creëren zij associaties met en toespelingen op de inhoud van die eerdere geloofsverhalen uit de Hebreeuwse Bijbel. Bijgevolg ontstaan er spiegelverhalen: het verhaal van de evangelist spiegelt dan het eerdere verhaal uit de Hebreeuwse Bijbel. Het stormverhaal bijvoorbeeld dat Marcus heeft geschreven, is daar een treffend voorbeeld van (2. Leesvaardigheden 2.1. Kennismaken 1. Een stormverhaal). De oorspronkelijke lezers van de evangelisten, die de leden en de bezoekers van hun synagogen zijn, herkennen de overeenkomsten tussen genoemde verhalen. Moeiteloos gebeurt dat dankzij hun kennis van de Hebreeuwse Bijbel en hun geheugen.

Misvatting

Lezers van vandaag, die geen rekening houden met genoemde gegevens, riskeren de evangelieverhalen al heel snel verkeerd te begrijpen. Immers, de ‘letterlijke gegevens’ van hun verhalen – zijn niet zozeer bedoeld om te informeren over het exacte verloop van de gebeurtenissen in Jezus’ leven, maar wat zij voor hun toenmalige hoorders betekenden. Een letterlijk lezen en opvatten van alles wat de evangelieschrijvers in hun verhalen doorgeven, maakt al snel dat hun betekenis – en dus daarmee hun bedoeling – niet wordt opgemerkt. Het gaat er dus om de leesvaardigheid onder de knie te krijgen om de onderliggende betekenis van hun verhalen te ontdekken.

Hij lijkt op …

Marcus, Lukas en Matteüs laten met behulp van deze midrasj- of leerverhaalmethode een aantal van hun verhalen, die zij over hun hoofdpersonage Jezus van Nazaret vertellen, parallel lopen met enkele verhalen uit de Hebreeuwse Bijbel. De gebeurtenissen in zijn leven brengen zij op zo’n manier dat die gaan gelijken op die van de grote bijbelse figuren, die een rol hebben gespeeld op de weg, die God met zijn volk in de geschiedenis is gegaan. Met deze gecreëerde overeenkomsten verbinden zij hun verhalen niet alleen met de verhalen over Israëls geschiedenis. De lezers komen tot de vaststelling dat Jezus in zijn optreden in bepaalde opzichten op ieder van hen lijkt. Zo komt hij bij hen niet alleen over ‘als een Mozes’, ‘als een David’, ‘ook als een Elisa’, enz. en dat hij bijgevolg een plaats verdient in de rij van Israëls belangrijkste figuren. In hun ogen komen de krachtlijnen van deze grootheden samen in het bestaan van hun rabbi.

De volgende afbeelding probeert dat inzichtelijk te maken. Marcus vertelt inderdaad verschillende verhalen over Jezus, die heel duidelijk sommige verhalen over die belangrijke persoonlijkheden uit de Hebreeuwse Bijbel spiegelen. Door Jezus met hun leven, prestaties en betekenis te associëren, wordt de ‘messiaanse weg’, zoals wijlen professor Cees J. den Heyer het noemde, die God met zijn volk is gegaan, niet alleen bevestigd, maar ook bekrachtigd en voortgezet.

De meesterverteller Marcus over Jezus had met zijn vertellingen niet de bedoeling om zijn lezers te entertainen. Integendeel, hij streefde hij er in zijn evangelie naar om zijn synagogale lezers een meervoudig beeld van Jezus aan te bieden. Naarmate zij in zijn evangelie vorderen, kregen zij verhalen te lezen waarin Jezus blijk geeft niet alleen op meerdere grote figuren uit de geschiedenis van het volk te lijken, maar … hen steeds blijkt te overtreffen

Hij is meer dan …

Er is echter meer. Marcus, Matteüs en Lukas vertellen immers zodanig over hem dat hij ook elk van hen blijkt te overtreffen. Resultaat? Hun lezers gaan hem zien en waarderen als ‘een meer dan Mozes’, ‘een meer dan David’, ‘een meer dan Elisa’, enz. Zo creëren deze vertellers een maximaal beeld van het leven en van de leer van Jezus. Op grond daarvan introduceren zij een nieuwe werkelijkheid, de werkelijkheid van de messias. De groten van Israël, waarmee zij hem meesterlijk in verband brengen, maakt dat hun eigen overtuiging dat hij de messias is, nog veel sterker uit de verf komt. Zij presenteren hem immers als diegene, die zijn volk terugbrengt onder het koningschap van God, Als resultaat daarvan kan het een volledige sjālōm ervaren, bevrijd worden van de macht van het kwaad. Uiteindelijk sporen zij via hun verhalen hun lezers aan om leerlingen van hun rabbi Jezus van Nazaret te worden.

Ter afronding

De vertellers Marcus, Lukas en Matteüs pogen via de diepgang en de betekenis van hun verhalen, een maximaal beeld van Jezus als de messias te presenteren. Zodoende getuigen zij van de uniekheid van de persoon Jezus van Nazaret en zijn leer met de bedoeling hun lezers te overtuigen leerlingen en volgelingen van hem te worden. Dan kunnen deze zich net als Jezus aan Gods koningschap onderwerpen en God (weer) koning in hun dagelijks leven laten zijn.

Het is duidelijk dat hun verhalen met hun meesterlijke spiegelingen van verhalen uit de Hebreeuwse Bijbel in eerste instantie bestemd waren voor de synagogebezoekers in hun tijd. Dat waren joden en daarnaast ook godvrezenden. Heidenen komen als doelgroep daar niet voor in aanmerking. Enerzijds zouden zij veel te veel moeite hebben gehad met het semitische Grieks, waarin de evangeliën zijn geschreven (.4. Griekse Testament 4.1. Kennismaken. 4. Het Grieks van de evangeliën). En anderzijds hadden zij een totaal gebrek aan kennis van de achterliggende verhalen uit de Hebreeuwse Bijbel. Zij zouden hun diepgang beslist niet hebben kunnen vatten. Ook is duidelijk geworden dat lezers van vandaag, die zich beperken tot het letterlijk lezen van de evangelieverhalen zichzelf op het verkeerde been zetten.